maandag 30 juli 2007
Home de nieuwe Second Life?
Playstation 3 komt in het najaar met een nieuwe virtuele community: Home.
One-on-One With Sarah Fay, Carat's New CEO
THE MERGER OF AEGIS GROUP'S Carat USA with digital unit Carat Fusion is all about the client and feels like a "natural evolution," says Sarah Fay, CEO of the newly combined unit.
"This is something that clients really want. We are merging structurally to provide one voice," says Fay, who will continue to carry her title as chief executive for the U.S. operations of Isobar, which include iProspect and Molecular. (Carat Fusion had fallen under the Isobar umbrella.)
"In the early days when we talked about digital, it was very much an add-on, along the lines of 'Well, do you want fries with that?'" she recalls. "The way the whole market approaches it has changed.
>> verder
"This is something that clients really want. We are merging structurally to provide one voice," says Fay, who will continue to carry her title as chief executive for the U.S. operations of Isobar, which include iProspect and Molecular. (Carat Fusion had fallen under the Isobar umbrella.)
"In the early days when we talked about digital, it was very much an add-on, along the lines of 'Well, do you want fries with that?'" she recalls. "The way the whole market approaches it has changed.
>> verder
vrijdag 27 juli 2007
Carat Fuses With Fusion, Spawns New Agency Model Headed By Digital Team As Warren Departs
IN WHAT APPEARS TO BE the first move of its kind on Madison Avenue, one of the ad industry's top media shops has merged its traditional and digital media units into one integrated media services agency that insiders claim "reinvents the agency model." In this case, it also happens to be a model that will be headed by the digital management team, as a former traditional media head steps down. Aegis Group today will announce it is merging Carat with Carat Fusion into a single, integrated shop known simply as "Carat," MediaDailyNews has learned. The new, integrated agency will be headed by Aegis digital media stars Sarah Fay and Scott Sorokin, who will serve as CEO and president, respectively. Ray Warren, who joined Aegis two years ago as president of Carat USA and president of Carat Media Group Americas from managing director of Omnicom's OMD unit, is out.
>>verder
>>verder
Overname Kobalt? SCOOP!!
Kobalt lijkt steeds meer in de belangstelling te staan van Aegis Media, een vergaande integratie lijkt reeds op handen getuige het nieuwe espresso apparaat in de 360. Een abstracte wijze om de interesse kenbaar te maken, wellicht kan het personeel er zo vast aan wennen?
donderdag 26 juli 2007
Eén op vijf kijkt online video’s
Eén op de vijf Amerikanen kijkt op een willekeurige dag videofilmpjes via internet. Nieuwsgerelateerde video’s zijn het populairst, gevolgd door comedy. Dit blijkt uit onderzoek van Pew Internet en American Life Project.
Jong volwassenen kijken vaker online video, vooral humoristische filmpjes zijn in trek, terwijl andere leeftijdsgroepen vooral geïnteresseerd zijn in nieuwsgerelateerde video’s. Volgens onderzoeker Mary Madden van Pew hebben nieuwsmakers hun populariteit vooral te danken aan het feit dat ze als een van de eerste online video’s aanboden. Nieuwsleveranciers hebben mensen daarmee aan het idee laten wennen om internet te gebruiken voor video.
De snelle opkomst van de populaire videowebsite YouTube heeft er voor gezorgd dat meer jongeren video zijn gaan kijken via internet. De helft van de online kijkers in de leeftijd 18 – 29 kijken video via YouTube, ongeveer 15 procent kijkt via MySpace en slechts 7 procent gaat naar een website van een kabelaar of tv netwerk.
Jong volwassenen sturen vaker links naar video’s door naar familie en vrienden. Ze zijn ook eerder bereid om te betalen voor online video. Al heeft slechts 10 procent dit wel eens gedaan. In andere leeftijdscategorieën is dit 7 procent.
Voor het onderzoek zijn 1492 Amerikaanse internetgebruikers van 18 jaar en ouder telefonisch ondervraagd.
Tradedoubler neemt Search Works over
Tradedoubler Nieuwsbrief:
Wij willen u graag als één van de eersten op de hoogte stellen van het belangrijke nieuws dat TradeDoubler vandaag heeft aangekondigd.
Met de overname van Search Works hebben wij onze digital marketing product portfolio uitgebreid richting de Search markt. Search Works is het grootste Search Engine Marketingbedrijf van het Verenigd Koninkrijk en heeft als zusteronderneming The Technology Works, een technology aanbieder met in haar porfolio 'BidBuddy® - een search management oplossing.
Er zijn grote overeenkomsten tussen de bedrijven in termen van product -en serviceaanbod. De overname geeft ons ook de kans onze producten in Azië te introduceren met dank aan de aanwezigheid van The Technoloy Works in deze regio.
U kunt uitkijken naar een groter, breder èn beter aanbod van TradeDoubler, gezien de uitbreiding van ons productaanbod en de geografische groei.
Onze voornaamste doelstelling op dit moment is u te verzekeren dat we doorgaan met onze huidige werkwijze en het leveren van resultaten op de gebruikelijke manier. Het management van TradeDoubler zal apart van The Search Works en The Technology Works blijven plaatsvinden. U kunt er zeker van zijn dat, naast alle nieuwe mogelijkheden voor u, wij nog steeds TradeDoubler blijven.
We zullen op de hoogte houden van alle ontwikkelingen,
Will Cooper
CEO TradeDoubler
Wij willen u graag als één van de eersten op de hoogte stellen van het belangrijke nieuws dat TradeDoubler vandaag heeft aangekondigd.
Met de overname van Search Works hebben wij onze digital marketing product portfolio uitgebreid richting de Search markt. Search Works is het grootste Search Engine Marketingbedrijf van het Verenigd Koninkrijk en heeft als zusteronderneming The Technology Works, een technology aanbieder met in haar porfolio 'BidBuddy® - een search management oplossing.
Er zijn grote overeenkomsten tussen de bedrijven in termen van product -en serviceaanbod. De overname geeft ons ook de kans onze producten in Azië te introduceren met dank aan de aanwezigheid van The Technoloy Works in deze regio.
U kunt uitkijken naar een groter, breder èn beter aanbod van TradeDoubler, gezien de uitbreiding van ons productaanbod en de geografische groei.
Onze voornaamste doelstelling op dit moment is u te verzekeren dat we doorgaan met onze huidige werkwijze en het leveren van resultaten op de gebruikelijke manier. Het management van TradeDoubler zal apart van The Search Works en The Technology Works blijven plaatsvinden. U kunt er zeker van zijn dat, naast alle nieuwe mogelijkheden voor u, wij nog steeds TradeDoubler blijven.
We zullen op de hoogte houden van alle ontwikkelingen,
Will Cooper
CEO TradeDoubler
Telegraaf.nl zonder banners
Door een foutje zijn er momenteel geen banners zichtbaar op de Telegraaf. Opmerkelijk is dat het nauwelijks opvalt door de opmaak van deze site.
STIR publiceert junicijfers
Zojuist zijn de junicijfers van STIR vrijgegeven. Het bereik en het aantal bezoeken zijn min of meer gelijk gebleven ten opzichte van een maand geleden. In totaal bereikten de STIR-sites 69,7% van de doelgroep 13+ en werden 791 miljoen bezoeken afgelegd aan de deelnemende websites. Dat zijn er ruim 84 per persoon.
Nieuw in de cijfers zijn Spelpunt.nl, NUJIJ, Yourscene, Fashion, Smulweb, Nouveau, Tuinieren en Speurders. Recent zijn ook de sites van Hachette Filipacchi, MTV Networks, Tibaco Internet Media, RS Media Sales en Senior Publications toegevoegd. Het totaal aantal STIR-leden bedraagt halverwege 2007 56. Het aantal websites en channels dat gemeten wordt staat in juni op 386.
Let op: vanaf juni worden voor de advertentienetwerken de pakketnamen weergegeven in de standaardrapportage. Pakketnaam is de benaming van het channel van een netwerk waarin een verzameling sites is opgenomen, bijvoorbeeld jongeren, travel of entertainment. De afzonderlijke sites staan (voor zover gecodeerd) in het ruwe databestand.
Nieuw in de cijfers zijn Spelpunt.nl, NUJIJ, Yourscene, Fashion, Smulweb, Nouveau, Tuinieren en Speurders. Recent zijn ook de sites van Hachette Filipacchi, MTV Networks, Tibaco Internet Media, RS Media Sales en Senior Publications toegevoegd. Het totaal aantal STIR-leden bedraagt halverwege 2007 56. Het aantal websites en channels dat gemeten wordt staat in juni op 386.
Let op: vanaf juni worden voor de advertentienetwerken de pakketnamen weergegeven in de standaardrapportage. Pakketnaam is de benaming van het channel van een netwerk waarin een verzameling sites is opgenomen, bijvoorbeeld jongeren, travel of entertainment. De afzonderlijke sites staan (voor zover gecodeerd) in het ruwe databestand.
maandag 23 juli 2007
Trust + Keywords + Link = Lachen gieren brullen
Om in search te kunnen scoren zijn verschillende dingen van belang. Als je eenmaal weet wat deze dingen zijn, namelijk de trust + keywords + links, dan kun je hier leuke dingen mee doen. Je kunt het gebruiken om zelf in de zoekmachines te scoren, maar je kunt het ook voor andere dingen gebruiken. Dat je hier veel lol mee kunt hebben bewees Wiep een kennis van me. Hij heeft gezocht naar een pagina waar Matt Cutts (hoofd van het spam-team van Google) veel keer de woorden buy viagra heeft gebruikt. Slechts een link met de anchortekst buy cheap viagra online en zie hier het resultaat, de anti-spam-guruu van Google die in de top 10 staat in Google op een term waar de zoekmachines mee vol gespamt wordt. Dit alles bewijst nog eens extra hoe belangrijk keywords en links zijn om te ranken in Google.
donderdag 19 juli 2007
OMG Forms Global Digital Unit
by Gavin O'Malley, Thursday, Jul 19, 2007 6:00 AM ET
OMNICOM MEDIA GROUP SAID IT is rolling its digital expertise into one unit, OMG Digital, which will oversee $2 billion in worldwide media spending. Sean Finnegan has been appointed CEO of the new group, reporting to Daryl Simm, chairman and CEO of Omnicom Media Group. Finnegan previously led digital media at OMD USA.
verder>>
OMNICOM MEDIA GROUP SAID IT is rolling its digital expertise into one unit, OMG Digital, which will oversee $2 billion in worldwide media spending. Sean Finnegan has been appointed CEO of the new group, reporting to Daryl Simm, chairman and CEO of Omnicom Media Group. Finnegan previously led digital media at OMD USA.
verder>>
Pluk vereenvoudigt formule
Pluk gaat zijn diensten optimaliseren om het de consument nog eenvoudiger maken. ‘Met één sms naar email’, is de nieuwe belofte.
Het idee achter Pluk is dat je een sms’je stuurt naar de dienst op het moment dat je iets ziet of hoort dat je niet wilt vergeten. Thuis kan je op je plukpagina de informatie vinden over het betreffende onderwerp.
Nu nog plaatst pluk de informatie die je verzendt via sms naar 7585 nog op een aparte internetpagina. Daar vind je na inloggen, de informatie in je persoonlijke plukarchief. Dat blijft, maar pluk zet de informatie nu ook direct in de mailbox van de gebruiker. Daarmee is de informatie direct beschikbaar.
Volgens Bart Grol, directeur van Pluk Company is nu Pluk een jaar bestaat hét moment om het gebruik te evalueren. ‘Gebruikers zijn tevreden, maar vinden dat ze soms nog iets teveel stappen moeten zetten om bij de geplukte informatie te komen. Vandaar deze wijziging. Vanaf heden krijg je na het sturen van een sms direct een e-mail bericht met een link naar de gewenste informatie in je inbox.’
Het idee achter Pluk is dat je een sms’je stuurt naar de dienst op het moment dat je iets ziet of hoort dat je niet wilt vergeten. Thuis kan je op je plukpagina de informatie vinden over het betreffende onderwerp.
Nu nog plaatst pluk de informatie die je verzendt via sms naar 7585 nog op een aparte internetpagina. Daar vind je na inloggen, de informatie in je persoonlijke plukarchief. Dat blijft, maar pluk zet de informatie nu ook direct in de mailbox van de gebruiker. Daarmee is de informatie direct beschikbaar.
Volgens Bart Grol, directeur van Pluk Company is nu Pluk een jaar bestaat hét moment om het gebruik te evalueren. ‘Gebruikers zijn tevreden, maar vinden dat ze soms nog iets teveel stappen moeten zetten om bij de geplukte informatie te komen. Vandaar deze wijziging. Vanaf heden krijg je na het sturen van een sms direct een e-mail bericht met een link naar de gewenste informatie in je inbox.’
SNS Bank gaat als eerste bank lidmaatschap aan met IAB
Via Marketingfacts>>
De SNS Bank is per juli 2007 als eerste bank lid van Interactive Advertising Bureau Nederland (IAB). In het persbericht dat vandaag is verstuurd, zegt Ton Wesseling (Internet Strateeg SNS Bank), het volgende:
(...) De afgelopen jaren is door veranderingen de financiële markt in een stroomversnelling geraakt. Traditionele kanalen zijn in toenemende mate vervangen door, en aangevuld met, nieuwe kanalen. De sterke opkomst van Internet is hiervan een zeer belangrijke. Internet is het nummer één communicatie en klantcontact kanaal van SNS Bank. Het is dan ook noodzaak om de strategie van het online adverteren en interactieve marketing up to date te houden. Dit is een van de redenen waarom SNS bank lid is geworden van het Interactive Advertising Bureau Nederland. (...)
De SNS Bank is per juli 2007 als eerste bank lid van Interactive Advertising Bureau Nederland (IAB). In het persbericht dat vandaag is verstuurd, zegt Ton Wesseling (Internet Strateeg SNS Bank), het volgende:
(...) De afgelopen jaren is door veranderingen de financiële markt in een stroomversnelling geraakt. Traditionele kanalen zijn in toenemende mate vervangen door, en aangevuld met, nieuwe kanalen. De sterke opkomst van Internet is hiervan een zeer belangrijke. Internet is het nummer één communicatie en klantcontact kanaal van SNS Bank. Het is dan ook noodzaak om de strategie van het online adverteren en interactieve marketing up to date te houden. Dit is een van de redenen waarom SNS bank lid is geworden van het Interactive Advertising Bureau Nederland. (...)
Vanaf najaar online kijkcijfers van omroepen
Nederlandse omroepen, adverteerders en mediabureaus beschikken vanaf dit najaar over onafhankelijke online kijkcijfers. De Stichting KijkOnderzoek (SKO) en Nedstat leveren de rapportages. De rapportages melden het aantal opgevraagde streams op de sites van de publieke en commerciele omroepen, later dit jaar aangevuld met onder meer kijktijd.
Emerce schreef al eerder over het contract dat de SKO en Nedstat hebben gesloten. Nu is duidelijk wanneer de metingen beschikbaar zijn voor de omroepen en andere partijen.
SKO is in Nederland de partij die voor de publieke en commerciele omroepen metingen laat verrichtten door intomart GFK. De metingen brengen het televisiekijkgedrag van de Nederlandse bevolking in kaart. SKO doet dat ook voor adverteerders en mediabureaus. Nedstat levert rapportages over het surf- en bezoekgedrag van websitebezoekers.
De televisie- en internetkijkcijfers worden gescheiden gepubliceerd, vertelt Bas de Vos van de SKO. De reden: de cijfers zijn nog niet met elkaar te vergelijken. Dat heeft te maken met de meetmethode, maar ook met het verschil in televisie- en internetkijkgedrag.
Meetmethode
De SKO verzamelt cijfers over tv-kijkgedrag aan de hand van een panel van iets minder dan drieduizend Nederlanders. Het aantal opgevraagde streams wordt geautomatiseerd gemeten, aan de kant van de server. "Bij de internetcijfers hebben we bijvoorbeeld minder zekerheid of het om écht unieke kijkers gaat," zegt De Vos.
Kijkgedrag
Het verschil in televisie- en internetkijkgedrag speelt een rol bij de keuze voor gescheiden rapportages. Op televisie is een dagelijkse rapportage zinvol, omdat kijkers op één moment een programma bekijken. Op internet kijken mensen verspreid over een langere periode naar een programma. Het is - nu meestal nog in theorie - mogelijk dat een programma op internet in de loop van weken of maanden méér kijkers trekt dan een tv-programma.
Cijfers van een maand
Bij de eerste rapportages, die volgens De Vos in oktober beschikbaar zijn, worden de cijfers van een maand in kaart gebracht. Het kan zijn, vertelt De Vos, dat de SKO samen met Nedstat al snel overgaat naar wekelijkse rapportages.
In oktober zijn alleen nog het aantal opgevraagde streams beschikbaar. Aan het einde van het jaar worden deze onder meer aangevuld met de gemiddelde kijkduur naar een programma en het aantal keer dat internetters streams starten en stoppen. Dat laatste houdt in dat ook inzichtelijk wordt gemaakt welke delen van een programma worden bekeken. Zo kan bijvoorbeeld duidelijk worden hoe vaak een commercial is bekeken.
Emerce schreef al eerder over het contract dat de SKO en Nedstat hebben gesloten. Nu is duidelijk wanneer de metingen beschikbaar zijn voor de omroepen en andere partijen.
SKO is in Nederland de partij die voor de publieke en commerciele omroepen metingen laat verrichtten door intomart GFK. De metingen brengen het televisiekijkgedrag van de Nederlandse bevolking in kaart. SKO doet dat ook voor adverteerders en mediabureaus. Nedstat levert rapportages over het surf- en bezoekgedrag van websitebezoekers.
De televisie- en internetkijkcijfers worden gescheiden gepubliceerd, vertelt Bas de Vos van de SKO. De reden: de cijfers zijn nog niet met elkaar te vergelijken. Dat heeft te maken met de meetmethode, maar ook met het verschil in televisie- en internetkijkgedrag.
Meetmethode
De SKO verzamelt cijfers over tv-kijkgedrag aan de hand van een panel van iets minder dan drieduizend Nederlanders. Het aantal opgevraagde streams wordt geautomatiseerd gemeten, aan de kant van de server. "Bij de internetcijfers hebben we bijvoorbeeld minder zekerheid of het om écht unieke kijkers gaat," zegt De Vos.
Kijkgedrag
Het verschil in televisie- en internetkijkgedrag speelt een rol bij de keuze voor gescheiden rapportages. Op televisie is een dagelijkse rapportage zinvol, omdat kijkers op één moment een programma bekijken. Op internet kijken mensen verspreid over een langere periode naar een programma. Het is - nu meestal nog in theorie - mogelijk dat een programma op internet in de loop van weken of maanden méér kijkers trekt dan een tv-programma.
Cijfers van een maand
Bij de eerste rapportages, die volgens De Vos in oktober beschikbaar zijn, worden de cijfers van een maand in kaart gebracht. Het kan zijn, vertelt De Vos, dat de SKO samen met Nedstat al snel overgaat naar wekelijkse rapportages.
In oktober zijn alleen nog het aantal opgevraagde streams beschikbaar. Aan het einde van het jaar worden deze onder meer aangevuld met de gemiddelde kijkduur naar een programma en het aantal keer dat internetters streams starten en stoppen. Dat laatste houdt in dat ook inzichtelijk wordt gemaakt welke delen van een programma worden bekeken. Zo kan bijvoorbeeld duidelijk worden hoe vaak een commercial is bekeken.
dinsdag 17 juli 2007
In-game advertising in Habbo Hotel
Online mediabureau WebAds neemt Habbo Hotel, een online ontmoetingsplaats voor tieners en jonge volwassenen, op in zijn portfolio. Adverteerders kunnen in deze community ook aan in-game advertising doen.Adverteerders die een openbare ruimte of een kamer sponsoren in het Habbo Hotel, kunnen daarvoor een zogenaamde ‘bot’ inzetten. Marcel Pordon, landenmanager van Habbo Hotel legt uit: ‘Bots zijn voorgeprogrammeerde Habbo’s, zoals bartenders die drankjes serveren en interacteren met de Habbo’s.’
Daarnaast kunnen tailormade events zoals quests en competities worden ingezet. Een voorbeeld hiervan is de Pirates Quest die onlangs plaats vond in Habbo Ho-tel. Ruim 4.000 Habbo’s deden mee met een interactieve zoektocht door de thema-tische ruimtes. In twee weken tijd bezochten ruim 100.000 Habbo’s de gesponsorde kamer en bijna 20 procent van deze bezoekers klikte op het billboard. De specia-le actiepagina werd 200.000 keer bezocht en ruim 5 procent van deze bezoekers bekeek de trailer van de film At World’s End.
Pordon: ‘De jongeren in het Habbo Hotel zijn gewend om met commerciële boodschappen om te gaan en staan open voor adverteerders, zolang deze relevante content te bieden hebben.’ In Nederland wordt Habbo maandelijks bevolkt door een half miljoen Habbo’s in de leeftijd van 12 tot 17 jaar. Dagelijks loggen in Nederland ruim 80.000 unieke jongeren in.
Onderzoek naar jongeren op internet
WebAds heeft onderzoek laten doen onder de bezoekers van online communities, so-cial networks en jongerenwebsites. Wat blijkt: jongeren gebruiken internet vooral om contact te onderhouden met anderen. Informatie zoeken, bijvoorbeeld voor school of studie scoort aanzienlijk lager. Ook blijkt dat voor veel jongeren msn’en belangrijker is om contact te onderhouden met vrienden dan face-to-face contact. Bezoekers van communities en social networks communiceren vooral online. Zij e-mailen en msn’en vaker en bellen minder vaak mobiel of via Skype.
Cijfers: 47 procent van de jongeren stuurt vaak virale boodschappen door, met name YouTube-filmpjes. Ze sturen het materiaal door als het écht grappig is, origineel en veilig. Eenderde van deze groep stuurt ook materiaal door dat afkomstig is van een bedrijf. Ook deze filmpjes moeten dan wel aan de eerder genoemde eisen voldoen.
Daarnaast kunnen tailormade events zoals quests en competities worden ingezet. Een voorbeeld hiervan is de Pirates Quest die onlangs plaats vond in Habbo Ho-tel. Ruim 4.000 Habbo’s deden mee met een interactieve zoektocht door de thema-tische ruimtes. In twee weken tijd bezochten ruim 100.000 Habbo’s de gesponsorde kamer en bijna 20 procent van deze bezoekers klikte op het billboard. De specia-le actiepagina werd 200.000 keer bezocht en ruim 5 procent van deze bezoekers bekeek de trailer van de film At World’s End.
Pordon: ‘De jongeren in het Habbo Hotel zijn gewend om met commerciële boodschappen om te gaan en staan open voor adverteerders, zolang deze relevante content te bieden hebben.’ In Nederland wordt Habbo maandelijks bevolkt door een half miljoen Habbo’s in de leeftijd van 12 tot 17 jaar. Dagelijks loggen in Nederland ruim 80.000 unieke jongeren in.
Onderzoek naar jongeren op internet
WebAds heeft onderzoek laten doen onder de bezoekers van online communities, so-cial networks en jongerenwebsites. Wat blijkt: jongeren gebruiken internet vooral om contact te onderhouden met anderen. Informatie zoeken, bijvoorbeeld voor school of studie scoort aanzienlijk lager. Ook blijkt dat voor veel jongeren msn’en belangrijker is om contact te onderhouden met vrienden dan face-to-face contact. Bezoekers van communities en social networks communiceren vooral online. Zij e-mailen en msn’en vaker en bellen minder vaak mobiel of via Skype.
Cijfers: 47 procent van de jongeren stuurt vaak virale boodschappen door, met name YouTube-filmpjes. Ze sturen het materiaal door als het écht grappig is, origineel en veilig. Eenderde van deze groep stuurt ook materiaal door dat afkomstig is van een bedrijf. Ook deze filmpjes moeten dan wel aan de eerder genoemde eisen voldoen.
Iets wat eigenlijk nooit zou gebeuren gebeurt nu toch: Google gaat image-ads (zeg maar banners) plaatsen bij zoekresultaten. In de Verenigde Staten is de eerste advertentie gevonden door Search Engine Roundtable. Bij het zoeken op de “Jason Bourne” verschijnt in de bovenste advertentiebalk een advertentie, met plaatje en een link naar de movie trailer die bij de ad hoort:
Google is altijd tekstueel gericht. In 2005 verklaarde Marissa Myers van Google nog het volgende:
"There will be no banner ads on the Google homepage or web search results pages. There will not be crazy, flashy, graphical doodads flying and popping up all over the Google site. Ever."
Daar kwam ze in mei al een beetje op terug en nu lijkt Google de stap dus genomen te hebben. In Nederland is een dergelijke manier van adverteren nog niet zichtbaar geweest.
Google is altijd tekstueel gericht. In 2005 verklaarde Marissa Myers van Google nog het volgende:"There will be no banner ads on the Google homepage or web search results pages. There will not be crazy, flashy, graphical doodads flying and popping up all over the Google site. Ever."
Daar kwam ze in mei al een beetje op terug en nu lijkt Google de stap dus genomen te hebben. In Nederland is een dergelijke manier van adverteren nog niet zichtbaar geweest.
maandag 16 juli 2007
Facebook negeert avances Google
Mede-oprichter Sergey Brin van Google zou graag met Facebook om tafel gaan zitten om potentiële samenwerkingsverbanden te bespreken. De zoekgigant denkt niet direct aan overname van de populaire sociale netwerksite.
Het aantal leden van Facebook is de afgelopen weken explosief gegroeid naar 29 miljoen actieve leden. Eind mei stond de teller nog op 24 miljoen. Ter vergelijking: de meest populaire sociale netwerksite MySpace telt zo’n 60 miljoen unieke gebruikers in de Verenigde Staten en 90 miljoen wereldwijd.
Overnamegeruchten van Facebook zijn in de lucht sinds de van oorsprong studentennetwerksite zich openstelde voor alle leeftijden. Zo zou Google’s concurrent Yahoo bereid zijn geweest 900 miljoen dollar te betalen voor Facebook. Ook Microsoft zou volgens ingewijden interesse hebben.
Facebook is in 2004 opgericht door student Mark Zuckerberg als een sociale ontmoetingsplek voor mede-studenten van de universiteit van Harvard. Sinds de website sinds mei ook open is voor niet-studenten groeit het aantal leden gestaag. Zuckerberg heeft altijd gezegd een onafhankelijk bedrijf te wilen opbouwen. Hij herhaalde dit in mei toen hij plannen bekendmaakten om het platform open te stellen voor softwareontwikkelaars die applicaties willen bouwen. De topman van Google juicht dit toe. De opkomst van sociale netwerksites schaadt Google dan ook niet volgens Brin. Integendeel. "Sociale netwerken creeeren heel veel content... en dus hebben wij meer op te zoeken."
Het aantal leden van Facebook is de afgelopen weken explosief gegroeid naar 29 miljoen actieve leden. Eind mei stond de teller nog op 24 miljoen. Ter vergelijking: de meest populaire sociale netwerksite MySpace telt zo’n 60 miljoen unieke gebruikers in de Verenigde Staten en 90 miljoen wereldwijd.
Overnamegeruchten van Facebook zijn in de lucht sinds de van oorsprong studentennetwerksite zich openstelde voor alle leeftijden. Zo zou Google’s concurrent Yahoo bereid zijn geweest 900 miljoen dollar te betalen voor Facebook. Ook Microsoft zou volgens ingewijden interesse hebben.
Facebook is in 2004 opgericht door student Mark Zuckerberg als een sociale ontmoetingsplek voor mede-studenten van de universiteit van Harvard. Sinds de website sinds mei ook open is voor niet-studenten groeit het aantal leden gestaag. Zuckerberg heeft altijd gezegd een onafhankelijk bedrijf te wilen opbouwen. Hij herhaalde dit in mei toen hij plannen bekendmaakten om het platform open te stellen voor softwareontwikkelaars die applicaties willen bouwen. De topman van Google juicht dit toe. De opkomst van sociale netwerksites schaadt Google dan ook niet volgens Brin. Integendeel. "Sociale netwerken creeeren heel veel content... en dus hebben wij meer op te zoeken."
Aegis Reaffirms Global Media Digitization, Establishes Chief Information Role
AFFIRMING AN EARLIER PREDICTION THAT two-thirds of all media will be accessed via digital technologies within the next couple of years, Aegis Group Monday said it created a new chief information officer role to develop a new digital infrastructure across its various media agency networks. The move comes as a recent report by Paris-based RECMA found that Aegis now is the world's largest digital media services organization (Online Media Daily, June 22). To ensure Aegis' burgeoning digital organization has the most optimal structure, Aegis has hired David Bulman as chief information officer. Bulman had previously been director of digital technology and operations at News Corp.'s News International division, where he oversaw Web sites for the U.K.-based publisher's newspapers.
verder...
verder...
Nederland Europees hekkensluiter met Firefox-gebruik
Een op de drie Europese websurfers gebruikt de Mozilla web browser Firefox. Het marktaandeel is in een jaar tijd met 30 procent toegenomen. In landen als Slovenië en Finland gebruikt een op de twee internetters Firefox. Microsofts Internet Explorer krijgt een flinke dreun, behalve in Nederland.
Nederland is Europees hekkensluiter wat betreft het gebruik van de vernieuwende web browser Firefox. Hoewel het lokale marktaandeel afgelopen jaar met 20 procent groeide, van 12,19 procent naar 14,6 procent, blijven Nederlandse websurfers huiverig om Internet Explorer definitief overboord te zetten. Dat blijkt uit een periodiek marktonderzoek van het Franse meetbedrijf Xiti.
Het Europees gemiddelde gebruik van Firefox ligt op 27,8 procent. In Oceanië (Australië en Nieuw Zeeland) ligt dat nog iets hoger op 28,9 procent. Europa is, gemeten naar aantal online burgers, aanmerkelijk veel groter dan de twee landen op het zuidelijk halfrond. Volgens deze melding in Wikipedia zijn er 709 miljoen Europeanen, van wie er ruwweg 40 procent online zijn.
De gemiddelde groei van het Firefox-gebruik ligt het laagst, onder de 10 procent, in grote landen als Duitsland, Engeland, Frankrijk, Noorwegen en Zweden.
Google grote financier Firefox
Gisteren was het exact vier jaar geleden dat AOL besloot te stoppen met de ontwikkeling van Mozilla, de basistechnologie van Firefox. In januari 1998 besloot Netscape reeds om de broncode van Mozilla vrij te geven. Door deze ter beschikking te stellen van de open source gemeenschap verzekerde het bedrijf, zo blijkt nu, van zijn voortbestaan.
Tegenwoordig zijn een aantal vooraanstaande Firefox-ontwikkelaars in dienst bij Google. De browser wordt beheerd vanuit een stichting. Deze realiseert het merendeel van zijn inkomsten via een samenwerkingsverband met Google. De standaard zoekmachine in Firefox is Google, hoewel bijvoorbeeld ook Yahoo standaard wordt meegeleverd. Voor iedere zoekopdracht die Firefox bij Google aanbrengt, krijgt de organisatie een vergoeding. In 2005 leverde dat 53 miljoen dollar op, in 2006 volgens een gerucht 72 miljoen dollar.
Vernieuwing
Komend najaar verschijnt een nieuwe versie van Firefox, versie 3.0. De ontwikkelaars slaan daarmee een nieuwe technologische weg in. Deze browser werkt behalve met 'microformats' namelijk ook in een een off line omgeving. Firefox bevat een ingebouwde database. Ook Google publiceerde onlangs code (Gears) waarmee gebruikers van Google-diensten off line door kunnen werken in hun browser. De RSS-lezer, Reader genaamd, kan bijvoorbeeld ook off line worden gebruikt. Vooralsnog ondersteunt Google Gears enkel Firefox.
Firefox is gebaseerd op open technologie, waardoor externe ontwikkelaars met hun zelfgeschreven programmaatjes de browser kunnen verrijken. Slechts 14,6 procent van de Nederlandse internetters kan deze extensies gebruiken.
Eind 2004 verschenen twee paginagrote advertenties voor Firefox in de Amerikaanse krant New York Times. Dat was een van de eerste vormen van open source marketing. Het was niet de Mozilla-stichting die het geld voor de reclameactie bijeen bracht, maar een groep van 10.000 enthousiaste gebruikers van de browser. De actie kreeg in maart 2006 navolging in Nederland, toen een paginagrote Firefox-advertentie in dagblad Sp!ts verscheen.
Bron : Emerce
"Verdubbeling online bestedingen in vijf jaar".
Forrester voorspelt een verdubbeling van de online bestedingen in de komende vijf jaar. Zie hier het persbericht van Forrester en hierboven een grafiek als begeleiding (ook goed voor in presentaties).
vrijdag 13 juli 2007
Johnson & Johnson in Europa naar Carat
Adformatie > Nieuws > vrijdag 13 juli 2007, 10:55
Farmaceut Johnson & Johnson heeft de 3 miljard dollar tellende media-review afgerond. In Europa, het Midden-Oosten en Afrika (EMEA) gaat het media-account naar Aegis Group's Carat.
IPG's Initiative verliest daarmee in Europa een grote klant. OMD en Universal Media delen het account in Azië-Pacific. OMD krijgt ook het account in Latijns Amerika. Ook dat zat voorheen bij Initiative.
In de Verenigde Staten werden zowel het reclame- als media-account verdeeld. Independent Naked, WPP Group's JWT en Interpublic Group's Sandbox gaan daar op J&J werken.
Bron: Adweek.
p.s. ik wist niet eens dat we mee deden aan de pitch! Jullie wel?
Farmaceut Johnson & Johnson heeft de 3 miljard dollar tellende media-review afgerond. In Europa, het Midden-Oosten en Afrika (EMEA) gaat het media-account naar Aegis Group's Carat.
IPG's Initiative verliest daarmee in Europa een grote klant. OMD en Universal Media delen het account in Azië-Pacific. OMD krijgt ook het account in Latijns Amerika. Ook dat zat voorheen bij Initiative.
In de Verenigde Staten werden zowel het reclame- als media-account verdeeld. Independent Naked, WPP Group's JWT en Interpublic Group's Sandbox gaan daar op J&J werken.
Bron: Adweek.
p.s. ik wist niet eens dat we mee deden aan de pitch! Jullie wel?
donderdag 12 juli 2007
Pincodes maken ons gek
do 12 jul 2007, 11:35
AMSTERDAM - De meeste mensen gebruiken maar één pincode en één wachtwoord. Dat blijkt uit onderzoek van een Nederlands bedrijf.
Bijna zestig procent van de ondervraagde mensen probeert zo snel mogelijk een opgedrongen wachtwoord te veranderen. 'Wie kan in godsnaam zeven codes onthouden', stelt geheugenspecialist Peter de Deyn in Het Laatste Nieuws. 'Het menselijk brein is niet gebouwd op het onthouden van meerdere viercijfer codes'.
Het Nederlandse bedrijf Safeboot ondervroeg winkelpubliek in België en hoorde dat 8 procent alle pincodes op de gsm bewaart.
De digitale wereld eist volgens de prof teveel van ons geheugen en om niet gek te worden moeten we allerlei ezelsbruggetjes verzinnen om toch op de computer te kunnen werken en geld te pinnen.
Hoogleraar De Deyn geeft toe dat ook hij maar één code probeert te gebruiken. 'Ons korte termijn geheugen houdt maximaal acht cijfers een beperkte tijd vast. Een telefoonnummer moet je enkele malen herhalen wil je het enkele minuten later nog herinneren'.
Het duurt volgens hem een hele tijd voorat pincodes in ons lange termijngeheugen zitten.
Volgens beveiligingsexperts is het meest onveilig om een op- of aflopende cijferreeks te nemen. Dieven krijgen vaak drie keer de tijd (voor de blokkade), en nemen dan meestal 1234 of 9876.
De beste manier is aan te leren de cijferreeks in één automatische handeling te tikken. Maar zodra je erover nadenkt volgt een zwart gat, aldus de hoogleraar in het Laatste Nieuws
AMSTERDAM - De meeste mensen gebruiken maar één pincode en één wachtwoord. Dat blijkt uit onderzoek van een Nederlands bedrijf.
Bijna zestig procent van de ondervraagde mensen probeert zo snel mogelijk een opgedrongen wachtwoord te veranderen. 'Wie kan in godsnaam zeven codes onthouden', stelt geheugenspecialist Peter de Deyn in Het Laatste Nieuws. 'Het menselijk brein is niet gebouwd op het onthouden van meerdere viercijfer codes'.
Het Nederlandse bedrijf Safeboot ondervroeg winkelpubliek in België en hoorde dat 8 procent alle pincodes op de gsm bewaart.
De digitale wereld eist volgens de prof teveel van ons geheugen en om niet gek te worden moeten we allerlei ezelsbruggetjes verzinnen om toch op de computer te kunnen werken en geld te pinnen.
Hoogleraar De Deyn geeft toe dat ook hij maar één code probeert te gebruiken. 'Ons korte termijn geheugen houdt maximaal acht cijfers een beperkte tijd vast. Een telefoonnummer moet je enkele malen herhalen wil je het enkele minuten later nog herinneren'.
Het duurt volgens hem een hele tijd voorat pincodes in ons lange termijngeheugen zitten.
Volgens beveiligingsexperts is het meest onveilig om een op- of aflopende cijferreeks te nemen. Dieven krijgen vaak drie keer de tijd (voor de blokkade), en nemen dan meestal 1234 of 9876.
De beste manier is aan te leren de cijferreeks in één automatische handeling te tikken. Maar zodra je erover nadenkt volgt een zwart gat, aldus de hoogleraar in het Laatste Nieuws
Internetconsumptie stijgt 8%
Surfpopulatie groeit naar 81%
De internetconsumptie is in de eerste zes maanden van 2007 met 8% gestegen. Net als in 2006 wordt de stijging veroorzaakt door een groeiend aantal surfers én het toegenomen aantal uren dat men wekelijks op internet besteedt. De surfpopulatie steeg van 10,3 naar 10,9 miljoen mensen van 13 jaar of ouder, waarmee de surfpopulatie op 81% komt. De tijd dat deze populatie per week online is ging van 7,8 naar 7,9 uur. De cijfers zijn afkomstig uit het Establishment Survey van de Stichting Internet Reclame (STIR).
Per week werd in 2006 zo’n 80 miljoen uur gesurft. In de eerste helft van 2007 is dit opgelopen tot bijna 87 miljoen uur. Dat betekent een toename van 8%. De grootste groei in surftijd (22%) is te zien in de groep 35-49 jaar. De stijging is hier 1,3 uur en de surftijd komt uit op 7,3 uur per week. De jongere doelgroep 13-34 jaar heeft met 9,8 uur per week nog steeds de langste surftijd. In 2006 was dat een half uur korter.
STIR onderzoekt in het Establishment Survey ook de tijd die men besteedt aan andere mediumtypen. Binnen de surfpopulatie daalde de kijktijd van televisie 4% en nam het radioluisteren met 3% toe. Het lezen van dagbladen daalde met 8%, terwijl het lezen van tijdschriften gelijk bleef. De bestede mediatijd is niet toegenomen en blijft staan op 52 uur. Dat is bijna 7,5 uur per dag. Daarvan neemt radio 43% voor zijn rekening.
De cijfers zijn afkomstig uit het STIR Establishment Survey. Dat is het onderzoek dat STIR elke zes maanden laat uitvoeren om het Webmeterpanel voor online bereiksmetingen van STIR te ijken. Het STIR Establishment Survey bevat naast internet consumptiecijfers ook gegevens over computerbezit, internettoegang, providers, veel bezochte sites, zoekgedrag, e-commerce, betaalwijzen enzovoorts.
Bron : Stir Weblog
De internetconsumptie is in de eerste zes maanden van 2007 met 8% gestegen. Net als in 2006 wordt de stijging veroorzaakt door een groeiend aantal surfers én het toegenomen aantal uren dat men wekelijks op internet besteedt. De surfpopulatie steeg van 10,3 naar 10,9 miljoen mensen van 13 jaar of ouder, waarmee de surfpopulatie op 81% komt. De tijd dat deze populatie per week online is ging van 7,8 naar 7,9 uur. De cijfers zijn afkomstig uit het Establishment Survey van de Stichting Internet Reclame (STIR).
Per week werd in 2006 zo’n 80 miljoen uur gesurft. In de eerste helft van 2007 is dit opgelopen tot bijna 87 miljoen uur. Dat betekent een toename van 8%. De grootste groei in surftijd (22%) is te zien in de groep 35-49 jaar. De stijging is hier 1,3 uur en de surftijd komt uit op 7,3 uur per week. De jongere doelgroep 13-34 jaar heeft met 9,8 uur per week nog steeds de langste surftijd. In 2006 was dat een half uur korter.
STIR onderzoekt in het Establishment Survey ook de tijd die men besteedt aan andere mediumtypen. Binnen de surfpopulatie daalde de kijktijd van televisie 4% en nam het radioluisteren met 3% toe. Het lezen van dagbladen daalde met 8%, terwijl het lezen van tijdschriften gelijk bleef. De bestede mediatijd is niet toegenomen en blijft staan op 52 uur. Dat is bijna 7,5 uur per dag. Daarvan neemt radio 43% voor zijn rekening.
De cijfers zijn afkomstig uit het STIR Establishment Survey. Dat is het onderzoek dat STIR elke zes maanden laat uitvoeren om het Webmeterpanel voor online bereiksmetingen van STIR te ijken. Het STIR Establishment Survey bevat naast internet consumptiecijfers ook gegevens over computerbezit, internettoegang, providers, veel bezochte sites, zoekgedrag, e-commerce, betaalwijzen enzovoorts.
Bron : Stir Weblog
dinsdag 10 juli 2007
Nielsen gaat kijktijd van websites meten
Dinsdag 10 juli 2007, 14:06 - Nielsen/Netratings verschuift de focus naar de variabele 'aantal minuten' in zijn analysetool Netview. De STIR is niet onder de indruk van de nieuwe parameter.
Door Evan Schaafsma
Netview is een populair statistisch programma dat het bezoek van websites monitort. Maker Nielsen/Netratings vindt dat, met de ontwikkeling van zogeheten Rich Internet Application- of RIA-technologieën, het aantal pageviews niet langer de belangrijkste graadmeter is.
Technologieën als ajax en streaming media maken het moeilijk om zinvolle uitspraken te doen over het paginabezoek, doordat de pagina's dynamisch ververst worden, aldus Nielsen/Netratings. Het meten van het totaal aantal minuten dat een gebruiker een pagina bezoekt, zou daarom een betere graadmeter zijn. Overigens doen andere analystetools als Google Analytics dit ook al, maar worden ze daar niet zo uitgelicht als bij Netview.
Maatstaf
'Total Minutes' is volgens Scott Ross, marketingdirecteur van Netview, 'in dit vroege stadium van Web 2.0-ontwikkelingen de beste maatstaf om betrokkenheid bij de site te meten '. Volgens Ross garandeert de meetmethode 'een eerlijke meting van websites die RIA en streaming media gebruiken' en is het een aanvulling voor online games en internetapplicaties, die nooit veel aan pageview-metingen hebben gehad.
Volgens Nielsen/Netratings (pdf-bestand) varieert de ratio tussen bezoekduur en pageviews per soort website. Zo heeft Google in Amerika bijvoorbeeld niet alleen drie keer zoveel bezoekers als Yahoo, maar werd de site in mei 2007 ook drie keer zo lang bezocht: 2,5 miljard minuten tegenover de 764 miljoen minuten van Yahoo.
Bij sociale netwerksites als Youtube en Myspace verschillen de tijdsverhoudingen sterk van de pageviewverhoudingen. Zo had Myspace in mei 2007 tien keer zoveel pageviews als Youtube: 28,7 miljard tegenover 2,8 miljard. De totale tijd die op Myspace werd doorgebracht is echter maar 3,6 keer zo hoog als die van videosite Youtube.
Inhoud en functie
Projectcoördinator Peter Wiegman van Stichting Internetreclame, STIR, is niet onder de indruk. "Ik vind het heel goed om een extra parameter toe te voegen aan de metingen die je tot nu doet, maar voor sommige sites is het helemaal niet van belang. Bij zoekmachines als Google en op startpagina's wil je juist zo kort mogelijk zijn", aldus Wiegman. "Je kunt dus niet zeggen, hoe langer een bezoeker ergens is, hoe beter. Dat hangt af van de inhoud en functie van je site."
Bovendien, zo merkt Wiegman op, staan veel broweservensters open terwijl ze niet gebruikt worden. "Je moet dus wel goed weten wat je meet", aldus Wiegman. Hij ziet dan ook vooral het nut voor video- en audiostreamsites. En dan nog is de 'kijktijd' niet altijd belangrijk. "Waar het een adverteerder om gaat is hoe kan ik een contactkans opbouwen met een bezoeker van een website. En of die er nu een minuut zit of de hele dag, dat maakt niet uit. "
Op Webwereld gezien...
Door Evan Schaafsma
Netview is een populair statistisch programma dat het bezoek van websites monitort. Maker Nielsen/Netratings vindt dat, met de ontwikkeling van zogeheten Rich Internet Application- of RIA-technologieën, het aantal pageviews niet langer de belangrijkste graadmeter is.
Technologieën als ajax en streaming media maken het moeilijk om zinvolle uitspraken te doen over het paginabezoek, doordat de pagina's dynamisch ververst worden, aldus Nielsen/Netratings. Het meten van het totaal aantal minuten dat een gebruiker een pagina bezoekt, zou daarom een betere graadmeter zijn. Overigens doen andere analystetools als Google Analytics dit ook al, maar worden ze daar niet zo uitgelicht als bij Netview.
Maatstaf
'Total Minutes' is volgens Scott Ross, marketingdirecteur van Netview, 'in dit vroege stadium van Web 2.0-ontwikkelingen de beste maatstaf om betrokkenheid bij de site te meten '. Volgens Ross garandeert de meetmethode 'een eerlijke meting van websites die RIA en streaming media gebruiken' en is het een aanvulling voor online games en internetapplicaties, die nooit veel aan pageview-metingen hebben gehad.
Volgens Nielsen/Netratings (pdf-bestand) varieert de ratio tussen bezoekduur en pageviews per soort website. Zo heeft Google in Amerika bijvoorbeeld niet alleen drie keer zoveel bezoekers als Yahoo, maar werd de site in mei 2007 ook drie keer zo lang bezocht: 2,5 miljard minuten tegenover de 764 miljoen minuten van Yahoo.
Bij sociale netwerksites als Youtube en Myspace verschillen de tijdsverhoudingen sterk van de pageviewverhoudingen. Zo had Myspace in mei 2007 tien keer zoveel pageviews als Youtube: 28,7 miljard tegenover 2,8 miljard. De totale tijd die op Myspace werd doorgebracht is echter maar 3,6 keer zo hoog als die van videosite Youtube.
Inhoud en functie
Projectcoördinator Peter Wiegman van Stichting Internetreclame, STIR, is niet onder de indruk. "Ik vind het heel goed om een extra parameter toe te voegen aan de metingen die je tot nu doet, maar voor sommige sites is het helemaal niet van belang. Bij zoekmachines als Google en op startpagina's wil je juist zo kort mogelijk zijn", aldus Wiegman. "Je kunt dus niet zeggen, hoe langer een bezoeker ergens is, hoe beter. Dat hangt af van de inhoud en functie van je site."
Bovendien, zo merkt Wiegman op, staan veel broweservensters open terwijl ze niet gebruikt worden. "Je moet dus wel goed weten wat je meet", aldus Wiegman. Hij ziet dan ook vooral het nut voor video- en audiostreamsites. En dan nog is de 'kijktijd' niet altijd belangrijk. "Waar het een adverteerder om gaat is hoe kan ik een contactkans opbouwen met een bezoeker van een website. En of die er nu een minuut zit of de hele dag, dat maakt niet uit. "
Op Webwereld gezien...
Groot verschil pc- en internetbezit jonge ouderen en oude ouderen
Uit onderzoek van SeniorWeb in samenwerking met het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) is gebleken dat het computerbezit van de jonge senioren (50-64 jaar) gelijk is aan de rest van de bevolking, namelijk 85 procent versus 84 procent. Van de oudere senioren (75+) heeft slechts 24 procent een pc.
Ook het verschil tussen de jongste senioren en de middengroep, de 65-74 jarigen, is groot. Waar de helft van de eerste groep tien jaar geleden al een pc bezat, is dat in de laatste groep pas nu zover. Het verschil tussen de 75-plussers en de rest van de bevolking is het grootst.
Internetten
Wat betreft het internetten zien we dezelfde trend. Ook hier scoren de jongste senioren het beste, namelijk vergelijkbaar met de rest van de bevolking (namelijk 77 procent). De 65-74 jarigen bezitten aanzienlijk minder vaak een internetverbinding. Nog steeds heeft minder dan de helft van deze groep internettoegang thuis (42 procent). In de oudste groep heeft zelfs minder dan een op de vijf senioren thuis de mogelijkheid tot internetten.
Bron hierrrrrrr
Geen Google maar Naver!
Geestig. lees nu net op Dutch Cowboys klein stukje over Naver.com. Mooi principe van gedachte dat consumenten het web maken. Je stelt een vraag en een andere internetgebruiker beantwoordt de vraag. Inmiddelss zijn er zo'n 77 mln vragen opgenomen ind e databse.
Blijkt dus in Zuid-Korea veruit grootste vraagbaak te zijn. Het" behandelt" 77% van alle zoekopdrachten daar. Google haalt nog geen 2%. Lees het stukje in de NY Times.
O ja, wilde zelf even Naveren, maar best lastig die Koreaanse tekentjes ;-).
Blijkt dus in Zuid-Korea veruit grootste vraagbaak te zijn. Het" behandelt" 77% van alle zoekopdrachten daar. Google haalt nog geen 2%. Lees het stukje in de NY Times.
O ja, wilde zelf even Naveren, maar best lastig die Koreaanse tekentjes ;-).
Mijlpaaltje: het 100e bericht!
We zijn een maandje of tweeëneenhalf op weg nu (1e posting was op 25 april) en inmiddels is dit het 100e bericht op onze blog. Dat gaat lekker. Gefeliciteerd aan allen die posten en lezen!
Jasper
vrijdag 6 juli 2007
WebAds en wunderLOOP werken samen aan behavioral targeting
Amsterdam, 5 juli 2007 – WebAds Interactive Advertising en wunderLOOP hebben vandaag een samenwerkingsovereenkomst getekend. WebAds gaat behavioral targeting introduceren op haar netwerk en zal daarbij gebruik maken van de gespecialiseerde software van wunderLOOP. Behavioral targeting is het aanbieden van gepersonaliseerde advertenties op basis van profielgegevens en surfgedrag van bezoekers. WebAds is daarmee het eerste Nederlandse online advertentienetwerk dat in samenwerking met wunderLOOP targeting op basis van gedrag mogelijk maakt.
Tjeerd Kooij, managing partner WebAds: “De vraag bij adverteerders naar de mogelijkheid om nog gerichter advertenties aan te bieden is groot. Behavioral targeting, waarbij niet alleen gekeken wordt naar profielgegevens, zoals leeftijd en geslacht, maar ook naar het surfgedrag van internetgebruikers, levert aantoonbaar betere resultaten op. De internetgebruiker krijgt advertenties te zien die relevant zijn voor hem of haar en dat verhoogt de aandacht en waardering voor de advertenties enorm. Wij hebben hoge verwachtingen van behavioral targeting en zullen dit gaan aanbieden op ons gehele netwerk. In de afgelopen tijd hebben we met diverse partijen gesproken om de beste technologie te kiezen. wunderLOOP beschikt over gespecialiseerde ‘proven technology’ die met succes wordt toegepast in Duitsland en andere markten en bovendien hebben we al jaren een bijzondere relatie met Bas Seelen.”
Bas Seelen, managing director wunderLOOP Benelux: “Behavioral targeting kan leiden tot efficiëntietoename van meer dan 300 procent. wunderLOOP-technologie maakt een real time nauwkeurige doelgroepbepaling van internetgebruikers mogelijk. Het systeem analyseert voortdurend het gedrag van gebruikers - bijvoorbeeld waar ze op klikken of wat ze invoeren in zoekmachines, in-house gegevens zoals CRM-profielen en externe data als STIR en questionaires. Deze real-time doelgroepbepaling vormt de basis voor het aanbieden van reclame, die wordt weergegeven op het moment dat de gebruiker er daadwerkelijk in is geïnteresseerd. Als het gedrag van de gebruiker op enige wijze verandert, wordt de verzonden informatie onmiddellijk in real time door wunderLOOP aangepast en blijft het profiel dynamisch.”
WebAds: Share our experience
WebAds Interactive Advertising, exploitant van ongeveer honderd kwalitatief hoogwaardige websites, is de belangrijkste Nederlandse speler op het gebied van online advertising. Met haar netwerk aan sites biedt het bedrijf adverteerders een effectieve en interactieve manier om elke denkbare doelgroep uiterst gericht te bereiken. WebAds vertaalt communicatiedoelstellingen naar innovatieve, succesvolle online toepassingen om zo niet alleen méér te bereiken, maar om doelgroepen ook nauwkeuriger en doeltreffender te bereiken dan met welk ander medium ook. Al sinds 1997 biedt WebAds advertentieruimte aan op de websites van onder meer Het Parool, IEX, Euronext, Weekblad Pers (VI), SBS Broadcasting, Hyves, Sellaband, Routenet en ZDNet. Hiermee bereikt het bedrijf elke maand ruim vijf miljoen Nederlanders. WebAds heeft vestigingen in Amsterdam, Londen en Milaan. Meer informatie op www.webads.nl.
wunderLOOP
wunderLOOP is marktleider op het gebied van Integrated Behavioral Targeting Services voor reclame, content en e-commerce. Sinds 1999 ontwikkelt het bedrijf met haar hoofdkantoor in Hamburg oplossingen voor real-time behavioral targeting, editorial targeting en e-commerce targeting voor alle digitale media - websites, e-mail, mobiele services en internettelevisie. Bekende bedrijven zoals T-Online, AOL en Freenet gebruiken wunderLOOP-services met absoluut vertrouwen in hun vermogen om internetgebruikers te benaderen met relevante advertenties, content en aanbiedingen. Met meer dan 20 miljard verwerkte pagina-impressies per maand is wunderLOOP de marktleider op het gebied van geïntegreerde oplossingen op het gebied van doelgroepbepaling in Duitsland. Meer informatie op www.wunderloop.nl.
Stubbé stapt op bij Kobalt
Ceo Marc Stubbé vertrekt begin oktober bij Kobalt, het grootste mediabureau van Nederland. Zijn vertrek komt als een verrassing, omdat men juist nu op zoek is naar een koper voor het adverteerdersbureau.
Dat meldt Adformatie vandaag. In een brief aan zijn klanten eerder deze week schrijft Stubbé dat hij ‘voornemens is uitdagingen buiten de mediabureaubranche aan te gaan’. Welke die uitdagingen zijn, is nog niet bekend.
De huidige vice-ceo Marceline Beijer volgt de Kobalt-topman op. Stubbé verwacht dat de ‘zoektocht naar een strategische partner’ voor het bureau nog voor zijn vertrek zal zijn afgerond. Momenteel bevindt dat proces zich in het stadium van ‘non-binding offers’.
Stubbé trad begin januari 2005 in dienst bij Kobalt, als opvolger van Ries Meijer. Hij kwam toen van Mediaedge:cia.
Bron: Adformatie donderdag 5 juli 2007
Dat meldt Adformatie vandaag. In een brief aan zijn klanten eerder deze week schrijft Stubbé dat hij ‘voornemens is uitdagingen buiten de mediabureaubranche aan te gaan’. Welke die uitdagingen zijn, is nog niet bekend.
De huidige vice-ceo Marceline Beijer volgt de Kobalt-topman op. Stubbé verwacht dat de ‘zoektocht naar een strategische partner’ voor het bureau nog voor zijn vertrek zal zijn afgerond. Momenteel bevindt dat proces zich in het stadium van ‘non-binding offers’.
Stubbé trad begin januari 2005 in dienst bij Kobalt, als opvolger van Ries Meijer. Hij kwam toen van Mediaedge:cia.
Bron: Adformatie donderdag 5 juli 2007
maandag 2 juli 2007
Search in Nederland anno 2007
Bron : Mediaonderzoek.nl
De ’searchmarkt’ vind ik altijd een lastige hoek van de online markt. De spelregels zijn er anders dan bijvoorbeeld het advertisingdeel of contentdeel. In een onderzoek naar de ontwikkeling en structuur van de searchmarkt in Nederland geeft Eduard Blacquière een mooi overzicht van de stand van zaken. Blacquière is vierdejaarsstudent aan de Hogeschool in Rotterdam en heeft aan de hand van eigen onderzoek en 24 interviews aangetoond dat alles om Google draait in die searchmarkt. Althans dat is de subtitel van zijn scriptie.
De belangrijkste conclusies van Blacquière zijn:
- De markt van zoekmachine marketing in Nederland anno 2007 is een jonge en ongestructureerde markt, wat het tot een ondoorzichtige markt maakt, met name voor afnemers.
- Het onderscheidend vermogen van de zoekmachine marketing bureaus is beperkt, wat het tot een ondoorzichtige markt maakt, met name voor afnemers.
- Op dit moment is de schaalgrootte van een zoekmachine marketing bureau in feite het enige duidelijke onderscheidende vermogen, wat doorwerkt in onderscheid op doelgroep, aanbod, prijs en service.
- Er zijn gaten in de markt voor wat betreft de specialismen, omdat de zoekmachine marketing bureaus op dit moment een duidelijk ‘DNA’ missen.
- De bestedingen aan zoekmachine marketing worden geschat op de helft van de totale online advertentie bestedingen. De ondervraagde partijen schatten de marktomvang op dit moment gemiddeld op 200 miljoen euro.
- De komende jaren zal de concurrentie toenemen, met name op het gebied van zoekmachine adverteren vanwege de lage toetredingsdrempels. Schaalgrootte is met name op dat gebied een belangrijk onderscheidend vermogen vanwege de kortingen die de zoekmachines bij hoge inkoopvolumes verstrekken.
- Door toename van kennis in de markt zal zoekmachine marketing steeds meer ´in huis´ worden gehaald door afnemers, zowel adverteerders als mediabureaus. Dat vereist een verschuiving van een productiegedreven naar een dienstgedreven rol bij de zoekmachine marketing bureaus.
- Er zal meer differentiatie en een meer duidelijke marktverdeling komen, waarbij overnames en fusies van zoekmachine marketing bureaus door andere mediabedrijven waarschijnlijk zijn.
De ’searchmarkt’ vind ik altijd een lastige hoek van de online markt. De spelregels zijn er anders dan bijvoorbeeld het advertisingdeel of contentdeel. In een onderzoek naar de ontwikkeling en structuur van de searchmarkt in Nederland geeft Eduard Blacquière een mooi overzicht van de stand van zaken. Blacquière is vierdejaarsstudent aan de Hogeschool in Rotterdam en heeft aan de hand van eigen onderzoek en 24 interviews aangetoond dat alles om Google draait in die searchmarkt. Althans dat is de subtitel van zijn scriptie.
De belangrijkste conclusies van Blacquière zijn:
- De markt van zoekmachine marketing in Nederland anno 2007 is een jonge en ongestructureerde markt, wat het tot een ondoorzichtige markt maakt, met name voor afnemers.
- Het onderscheidend vermogen van de zoekmachine marketing bureaus is beperkt, wat het tot een ondoorzichtige markt maakt, met name voor afnemers.
- Op dit moment is de schaalgrootte van een zoekmachine marketing bureau in feite het enige duidelijke onderscheidende vermogen, wat doorwerkt in onderscheid op doelgroep, aanbod, prijs en service.
- Er zijn gaten in de markt voor wat betreft de specialismen, omdat de zoekmachine marketing bureaus op dit moment een duidelijk ‘DNA’ missen.
- De bestedingen aan zoekmachine marketing worden geschat op de helft van de totale online advertentie bestedingen. De ondervraagde partijen schatten de marktomvang op dit moment gemiddeld op 200 miljoen euro.
- De komende jaren zal de concurrentie toenemen, met name op het gebied van zoekmachine adverteren vanwege de lage toetredingsdrempels. Schaalgrootte is met name op dat gebied een belangrijk onderscheidend vermogen vanwege de kortingen die de zoekmachines bij hoge inkoopvolumes verstrekken.
- Door toename van kennis in de markt zal zoekmachine marketing steeds meer ´in huis´ worden gehaald door afnemers, zowel adverteerders als mediabureaus. Dat vereist een verschuiving van een productiegedreven naar een dienstgedreven rol bij de zoekmachine marketing bureaus.
- Er zal meer differentiatie en een meer duidelijke marktverdeling komen, waarbij overnames en fusies van zoekmachine marketing bureaus door andere mediabedrijven waarschijnlijk zijn.
Abonneren op:
Posts (Atom)
