Donderdag lanceert zoekgigant Google ´OpenSocial´, waarmee applicaties gemaakt kunnen worden voor andere sociale netwerken.
De ambities van Google op het vlak van social networking lijken de kant op te gaan van een metadienst in de vorm van een set API's, waarmee ontwikkelaars applicaties kunnen ontwikkelen voor andere social networking-sites zoals Plaxo, LinkedIN en Ning.
Google zou er bewust voor hebben gekozen om geen nieuw social network te lanceren, maar midden tussen de al bestaande netwerken te gaan staan. Ontwikkelaars klagen steen een been over de kosten en moeite die gepaard gaan met het ontwikkelen van applicaties voor al die verschillende networks. Met OpenSocial zou dat makkelijker worden.
Bij elkaar zouden de netwerken die deelnemen aan OpenSocial meer dan 100 miljoen gebruikers hebben, het dubbele van Facebook. Zeker sinds de deelname van Microsoft vorige week, wordt Facebook gezien als de partij die het op zou kunnen nemen tegen Google.
Hoewel Google's Orkut nog steeds tot een van de best bezochte social networks ter wereld behoort, staat Google niet bekend als succesvol op het terrein van social networks. Of en hoe er Google Adsense advertenties verkocht gaan worden via OpenSocial is niet bekend.
Bron: WebWereld
woensdag 31 oktober 2007
dinsdag 30 oktober 2007
SEO versus webdesign: een non-issue?
Bestaat er een conflict tussen webdesign en SEO?
In die discussie gaat het vaak over de vraag of SEO 'evil' is. Hierop heeft Scott Gledhill (van standardzilla.com, hij is zowel webdeveloper als SEO) een genuanceerd antwoord gegeven dat ik voor 95% onderschrijf. SEO is onderdeel van een groter geheel en absoluut NIET evil. Hijzelf noemt het het 'vierde been':
Bron: Monlog.nl
In die discussie gaat het vaak over de vraag of SEO 'evil' is. Hierop heeft Scott Gledhill (van standardzilla.com, hij is zowel webdeveloper als SEO) een genuanceerd antwoord gegeven dat ik voor 95% onderschrijf. SEO is onderdeel van een groter geheel en absoluut NIET evil. Hijzelf noemt het het 'vierde been':
Bron: Monlog.nl
maandag 29 oktober 2007
Online consumentenoordeel wekt wantrouwen
Datum: 29 OKT 2007
Consumenten plaatsen in toenemende mate hun vraagtekens bij online achtergelaten reviews en oordelen over producten. Vooral invloedrijke consumenten — ‘beïnvloeders’ die vrienden en familie over producten en diensten adviseren — zijn steeds sceptischer. Dat stelt PR-bureau Burson-Marsteller, naar aanleieing van onderzoek.
Consumenten lezen graag en veelvuldig wat andere consumenten vinden van een product, bedrijf of restaurant. Op veel sites kunnen ze daarom een beoordeling achterlaten. Alleen weten bedrijven dat zelf ook en dat wordt door consumenten opgemerkt.
Eenderde van de duizend ondervraagde consumenten in het onderzoek van BM geeft aan dat als probleem te ervaren en dat is een veel hoger percentage dan twee jaar geleden. Van de ondervraagden gaf 57% aan minder snel iets te kopen bij twijfels over de echtheid van een positieve review. ‘Er heerst wantrouwen op het web. Bij openbare discussies over commerciële zaken gaat men al uit van een ‘spion’ in de discussie; iemand in dienst van het bedrijf’, aldus Ame Wadler, CSO van Burson-Marsteller. Veel marketeers hebben interesse in ‘beinvloeders’. Volgens de definitie van Burson-marsteller praten zij met 50% meer mensen per dag dan ‘normale’ consumenten. Daarnaast geven zij sneller hun mening en delen ze eerder hun ervaringen. Van de ondervraagden behoorde 15% tot deze groep. Ze prijzen producten aan omdat het hen een goed gevoel geeft, zegt 50% van deze invloedrijke consumenten.
(Brandweek.com via Twinklemagazine.nl)
Consumenten plaatsen in toenemende mate hun vraagtekens bij online achtergelaten reviews en oordelen over producten. Vooral invloedrijke consumenten — ‘beïnvloeders’ die vrienden en familie over producten en diensten adviseren — zijn steeds sceptischer. Dat stelt PR-bureau Burson-Marsteller, naar aanleieing van onderzoek.
Consumenten lezen graag en veelvuldig wat andere consumenten vinden van een product, bedrijf of restaurant. Op veel sites kunnen ze daarom een beoordeling achterlaten. Alleen weten bedrijven dat zelf ook en dat wordt door consumenten opgemerkt.
Eenderde van de duizend ondervraagde consumenten in het onderzoek van BM geeft aan dat als probleem te ervaren en dat is een veel hoger percentage dan twee jaar geleden. Van de ondervraagden gaf 57% aan minder snel iets te kopen bij twijfels over de echtheid van een positieve review. ‘Er heerst wantrouwen op het web. Bij openbare discussies over commerciële zaken gaat men al uit van een ‘spion’ in de discussie; iemand in dienst van het bedrijf’, aldus Ame Wadler, CSO van Burson-Marsteller. Veel marketeers hebben interesse in ‘beinvloeders’. Volgens de definitie van Burson-marsteller praten zij met 50% meer mensen per dag dan ‘normale’ consumenten. Daarnaast geven zij sneller hun mening en delen ze eerder hun ervaringen. Van de ondervraagden behoorde 15% tot deze groep. Ze prijzen producten aan omdat het hen een goed gevoel geeft, zegt 50% van deze invloedrijke consumenten.
(Brandweek.com via Twinklemagazine.nl)
vrijdag 26 oktober 2007
Jongeren internetten minder
Het aantal uren dat jongeren internet gebruiken is het afgelopen jaar gedaald. Waren jongeren in 2006 nog 11,5 uur per week online, inmiddels is dit 10,4 uur per week.
Dat blijkt uit de Monitor Internet en Jongeren, waarvan de resultaten vrijdag bekend werden gemaakt. Het onderzoek werd gedaan door het aan het Erasmus MC verbonden onderzoeksinstituut IVO.
'Internetverslaafden'
Ook is het percentage dwangmatige internetgebruikers ('internetverslaafden') afgenomen. Vorig jaar gaf 4 procent van de jongeren aan moeite te hebben het internetgebruik onder controle te houden, dit jaar is dat 3 procent. Dat zijn zo'n 25.000 jongeren.
Dat blijkt uit de Monitor Internet en Jongeren, waarvan de resultaten vrijdag bekend werden gemaakt. Het onderzoek werd gedaan door het aan het Erasmus MC verbonden onderzoeksinstituut IVO.
'Internetverslaafden'
Ook is het percentage dwangmatige internetgebruikers ('internetverslaafden') afgenomen. Vorig jaar gaf 4 procent van de jongeren aan moeite te hebben het internetgebruik onder controle te houden, dit jaar is dat 3 procent. Dat zijn zo'n 25.000 jongeren.
Ouders minder positief over internet
AMSTERDAM - Steeds minder ouders vinden dat internet een positieve invloed heeft op hun kinderen. Een stijgend aantal meent dat het medium geen enkel effect op hun kroost heeft. Dit blijkt uit onderzoek van Pew Internet & American Life Project.
Van de Amerikanen met kinderen in de leeftijd van 12-17 beschouwt 59 procent internet als iets positiefs voor hun kinderen. Dit is een stuk minder dan in 2004 toen 67 procent deze mening nog was toegedaan. Tegelijkertijd is het aantal ouders dat niet gelooft dat internet enig effect heeft op kinderen, goed dan wel slecht, gestegen van 25 naar 30 procent.
"Internet is nu voor veel ouders een volgroeid medium”, legt onderzoekerster Amanda Lenhart van Pew uit. “Ze zitten niet meer in de wittebroodsweken met internet. Ze realiseren zich dat internet goede en slechte kanten heeft.”
Het aantal ouders dat internet als iets negatiefs beschouwd is in beide jaren klein gebleven. Hoewel ouders op de hoogte zijn van online kinderlokkers en andere online gevaren , zien ze ook de voordelen van internet, bijvoorbeeld als hulp bij huiswerk. “Ouders zien beide kanten”, aldus Lenhart.
Uit het onderzoek blijkt verder dan ouders meer bezorgd zijn over welke sites kinderen bezoeken dan over de tijd die hun kinderen online doorbrengen. 68 Procent van de ouders heeft regels vastgesteld over welke sites wel en niet bezocht mogen worden, terwijl slechts 55 procent tijdslimieten hanteert.
Van de Amerikanen met kinderen in de leeftijd van 12-17 beschouwt 59 procent internet als iets positiefs voor hun kinderen. Dit is een stuk minder dan in 2004 toen 67 procent deze mening nog was toegedaan. Tegelijkertijd is het aantal ouders dat niet gelooft dat internet enig effect heeft op kinderen, goed dan wel slecht, gestegen van 25 naar 30 procent.
"Internet is nu voor veel ouders een volgroeid medium”, legt onderzoekerster Amanda Lenhart van Pew uit. “Ze zitten niet meer in de wittebroodsweken met internet. Ze realiseren zich dat internet goede en slechte kanten heeft.”
Het aantal ouders dat internet als iets negatiefs beschouwd is in beide jaren klein gebleven. Hoewel ouders op de hoogte zijn van online kinderlokkers en andere online gevaren , zien ze ook de voordelen van internet, bijvoorbeeld als hulp bij huiswerk. “Ouders zien beide kanten”, aldus Lenhart.
Uit het onderzoek blijkt verder dan ouders meer bezorgd zijn over welke sites kinderen bezoeken dan over de tijd die hun kinderen online doorbrengen. 68 Procent van de ouders heeft regels vastgesteld over welke sites wel en niet bezocht mogen worden, terwijl slechts 55 procent tijdslimieten hanteert.
Tijd voor non-google news: Bijna 105 miljoen downloads OpenOffice.org
AMSTERDAM - Het gratis kantoor softwarepakket OpenOffice.org is sinds het programma ruim zeven jaar geleden zijn intrede deed nu al bijna 105 miljoen maal gedownload.
OpenOffice.org is een voor iedereen gratis te downloaden en te gebruiken kantoorpakket. Het is beschikbaar voor een groot aantal computerbesturingssystemen zoals MS-Windows, Linux, Solaris, en MacOS X.
Het programma draagt de wat vreemd aandoende .org extensie achter de naam niet voor niets. Vanwege een handelsmerkconflict met een aantal bedrijven die de naam "Open Office" al eerder gebruikten, zag men zich gedwongen deze naam te gaan gebruiken.
Het kantoorpakket bevat momenteel de volgende modules: Writer (tekstverwerking en HTML editor), Calc (werkblad, ofwel spreadsheet), Draw (tekenmodule voor vectorgrafiek), Impress (presentatie), Formule-editor, Database.
Het OpenOffice.org pakket heeft zijn wortels in Star Office, een kantoorpakket dat midden jaren tachtig in Duitsland werd ontwikkeld, en waarvan Sun Microsystems in 1999 de rechten verwierf. Naast Sun Microsystems, die het OpenOffice project startte en nog altijd de belangrijkste bijdrage levert aan de ontwikkeling, ondersteunen ook andere bedrijven zoals Red Hat, Novell, Google en Intel het project actief. Onlangs hebben zich daar nog een tweetal belangrijke spelers bijgevoegd, te weten: IBM en RedFlag CH2000.
OpenOffice.org is een voor iedereen gratis te downloaden en te gebruiken kantoorpakket. Het is beschikbaar voor een groot aantal computerbesturingssystemen zoals MS-Windows, Linux, Solaris, en MacOS X.
Het programma draagt de wat vreemd aandoende .org extensie achter de naam niet voor niets. Vanwege een handelsmerkconflict met een aantal bedrijven die de naam "Open Office" al eerder gebruikten, zag men zich gedwongen deze naam te gaan gebruiken.
Het kantoorpakket bevat momenteel de volgende modules: Writer (tekstverwerking en HTML editor), Calc (werkblad, ofwel spreadsheet), Draw (tekenmodule voor vectorgrafiek), Impress (presentatie), Formule-editor, Database.
Het OpenOffice.org pakket heeft zijn wortels in Star Office, een kantoorpakket dat midden jaren tachtig in Duitsland werd ontwikkeld, en waarvan Sun Microsystems in 1999 de rechten verwierf. Naast Sun Microsystems, die het OpenOffice project startte en nog altijd de belangrijkste bijdrage levert aan de ontwikkeling, ondersteunen ook andere bedrijven zoals Red Hat, Novell, Google en Intel het project actief. Onlangs hebben zich daar nog een tweetal belangrijke spelers bijgevoegd, te weten: IBM en RedFlag CH2000.
donderdag 25 oktober 2007
Microsoft Deal Values Facebook At $15 Billion
(Via Mediapost)
by Gavin O'Malley, Thursday, Oct 25, 2007 6:00 AM ET
MICROSOFT ON WEDNESDAY SAID IT is investing $240 million for a 1.6% stake in Facebook--a deal that values the hot social network at a staggering $15 billion. Beating out Google, Microsoft also won exclusive global rights to sell third-party banner ads on Facebook.
Microsoft has had an agreement to sell ads on Facebook in the U.S. since August of last year. Expanding the deal internationally was seen as critical because 60% of Facebook's nearly 50 million registered users are abroad.
Microsoft believes that user base is on track to exceed 200 million and eventually 300 million members, said Kevin Johnson, president of Microsoft's platforms and services division, during a conference call Wednesday.
>> lees verder
by Gavin O'Malley, Thursday, Oct 25, 2007 6:00 AM ET
MICROSOFT ON WEDNESDAY SAID IT is investing $240 million for a 1.6% stake in Facebook--a deal that values the hot social network at a staggering $15 billion. Beating out Google, Microsoft also won exclusive global rights to sell third-party banner ads on Facebook.
Microsoft has had an agreement to sell ads on Facebook in the U.S. since August of last year. Expanding the deal internationally was seen as critical because 60% of Facebook's nearly 50 million registered users are abroad.
Microsoft believes that user base is on track to exceed 200 million and eventually 300 million members, said Kevin Johnson, president of Microsoft's platforms and services division, during a conference call Wednesday.
>> lees verder
Abonneren op:
Posts (Atom)